U bent hier: Home » Actueel » Nieuws » Afscheid oude spoorbrug

Afscheid oude spoorbrug

© Renske ter Avest, juni 2011Afscheidsrede van de Oude Spoorbrug  

Door mensenhanden werd ik op de wereld gezet en door mensenhanden zal mijn bestaan mij weer worden ontnomen. Het leven is vergankelijk. Niet alleen voor de mensheid is dit een onvermijdelijk lot, ook de wereld der dingen is geen eeuwig leven beschoren. Nu is dan ook mijn tijd gekomen en om u eerlijk te zeggen valt het mij zwaar om mijn bestaan achter mij te laten. Ik mag dan een hart van staal hebben, mijn hart klopt nog volop voor het leven.

 

 

 

 

 

 

Dagelijks laat ik mij horen als de treinen zich over mijn buik voortbewegen. Behoedzaam omarm ik de treinen elke dag weer in mijn bogen en zorg voor een behouden vaart naar de overzijde. De taak die mij werd gegeven heb ik nooit als een last ervaren, integendeel. De treinen werden mijn grootste vriend, ik deelde mijn volledige bestaan met hen en zij hebben als enige de mogelijkheid gekregen om in mijn stalen hart door te dringen. De geheimen die hen zijn toevertrouwd zullen zij met zich meedragen en meevoeren naar alle uithoeken van de Nederlanden. En dankzij mijn grote vrienden heb ik de wereld gezien en al haar schoonheid tot mij kunnen nemen.

 

 

 

Toch heb ik tijdens mijn bestaan ook zware momenten gekend. Neemt u maar van mij aan dat het geen pretje is om

twee keer op te worden geblazen.

 

 

 

 

 

 

Was het bittere noodzaak of een noodzakelijk kwaad? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de grond onder mij trilde in haar grondvesten, ik werd verscheurd en uiteengerukt. Echter, dankzij de mensheid kreeg ik een hernieuwd bestaan, tot twee keer toe. Ik heb niet een leven gekend, maar wel drie!

 

Hoe kan men ervaren wat vreugde is, als men het verdriet nooit gekend heeft. Naast mijverscheen een prachtige rode verschijning, ik had nog nooit zoiets moois gezien. Mijnkloppende stalen hart sloeg over en voor het eerst in mijn bestaan was ik verliefd. Tochwas de verschijning van deze prachtige rode brug ook erg pijnlijk, want met de komstvan deze schoonheid werd mijn lot bezegeld. Het werd nog pijnlijker toen ik vernam dat de mensheid haar blik niet langer op mij richtte. Hoewel ik nog bestond, leek men mij al vergeten te zijn. Fotografen, journalisten, politici, ballonnen, champagne,
zelfs een naam,ja een naam, werd deze nieuwe brug gegeven. 

 

 Ik werd de oude brug en de nieuwe brug werd een boog.Voor het eerst werd ik overvallen door een gevoel van afgunst, een eigenschap waar ik niet trots op ben. Maar wat zegt dit tegelijkertijd over de mens?Zogauw iets niet meer functioneel is gaat het naar de schroothoop? Ja, ook voor het eerst maak ik kennis met het gevoel van boosheid. Opeens lijk ik te kunnen voelen hoe het zou zijn om een mens te zijn.

 

 

 

 

Toch heb ik de mensheid lief. Ik dank aan haar mijn bestaan! Maar nu wordt het tijd om terug te keren naar de oorsprong. Ik vraag u niet om mij te treuren, maar hooguit nog eens aan mij terug te denken. Ondertussen richt ik nog een keer mijn blik op de rode verschijning, zij is een waardige opvolgster, een parel om te koesteren.
Ik omarm nog eenmaal de treinen in mijn bogen, een laatste roep als de trein over mijn buik heen dendert! Ik kom er aan, ik kom er aan, ik bereis de wondere wereld en ga door de poort: de poort der vergankelijkheid. Ik groet u allen!

 

 

 

 

 

 

 

 

© Renske ter Avest, juni 2011

 

 

« terug naar overzicht